Geschiedenis

Ik ben geboren op 6 juli 1947 in Almelo. Mijn vader G.J.N. Hoogland verdiende de kost als kunstsmid. Zijn kunstsmederij heeft tot 1966 bestaan in Almelo en was gevestigd in de "Houtstek", een bekende plek gelegen aan de Schans te Almelo. Van klein kind af werd ik geconfronteerd met de ambachtelijke kunst van mijn vader. Alles wat mijn vader smeedde ontwierp c.q. tekende hij eerst op papier. Ik kan mij dan ook nog goed herinneren dat de werkbank van mijn vader vol lag met tekeningen van krullen van openhaarden, traphekken, uurwerken, enzovoort. In het heemkundemuseum te Almelo, aan de Korte Prinsenstraat, hangt tegen de achtergevel nog een door mijn vader gesmede lauwerkrans met daarin de oranjeboom. Dit werk dateert uit 1937 en was een geschenk van de kunstsmeden Hoogland en Nobbenhuis aan de gemeente Almelo ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix.

Als kind kwamen veel kunstenaars bij mijn ouders over de vloer en als ik dan eens met wat waterverf aan het knoeien was kwam het nogal eens voor dat ik door mijn vader werd gecorrigeerd of door een toevallig aanwezige kunstschilder. Kortom mij werd kunst met de paplepel ingegeven. Al jong werd ik geoefend in het kijken naar de natuur en naar het detail. Ook het materiaal waarmee gewerkt werd, maakte dat ik veel respect kreeg voor het ambachtelijke wat je daarmee kon doen. Omdat je van smeden niet bepaald rijk wordt, in materiële zin, adviseerde mijn vader mij, maar ook mijn twee oudere broers, om het maar te gaan zoeken richting de ambtenarij. Het adviseren van mijn vader zou ook pushen genoemd kunnen worden want een uitspraak van hem was:

"Met een schoon boordje um kujt better verdien as met 'n oawerall an." Aldus geschiedde. Mijn jongste broer Wim, geboren 29 december 1939, werd uiteindelijk belastingambtenaar en mijn oudste broer Gerrit werd uiteindelijk beroepsmilitair. Beide broers zijn uitstekende tekenaars. Waarbij Gerrit in zijn vrije tijd zeer verdienstelijk was in het maken van reliëfs.

Mijn interesse voor het expressieve bleef. In de woelige jaren 60, de flowerpowertijd, was ik belastingambtenaar in Almelo. In deze periode heb ik een band opgericht bestaande uit jongens van mijn leeftijd allen afkomstig van de belastingendienst. Deze band waarbij ik gitaar en bas speelde, heeft enkele jaren bestaan onder de naam "The Creations". Gezien het feit dat er in mij geen belastingambtenaar zat, ben ik gaan solliciteren en kwam ik uiteindelijk terecht bij de politie. Vanaf 1970 heb ik bij de politie gewerkt tot aan mijn pensionering op 1 juli 2005. Toen ik naar de politie ging moest ik met de band stoppen omdat het niet meer verenigbaar  was met het werk.

Om toch expressief bezig te blijven ben ik in mijn vrije tijd gaan schilderen. Ik ging mij verdiepen in het gebruik van olieverf, voor mij op dat moment een onbekende materie. Diverse klassieken, Rembrandt, Rubens, Ruysdeal enz. werden door mij nageschilderd totdat ik het waagde iets origineels te maken. Alle tot dan toe geschilderde doeken werden gemaakt met varkensharen penselen en olieverf met een synthetisch medium. Naarmate ik meer schilderde, raakte ik enthousiaster. Mijn contacten in de lokale kunstwereld breidden zich uit en ik kwam daardoor in contact met meerdere academisch geschoolde kunstenaars. Schilders, tekenaars, bronsgieters, glaskunstenaars enzovoort. Mijn belangstelling voor het ambachtelijke bleef zodat ik geleidelijk overging naar het gebruik van natuurlijke harsen in mijn medium. (Zie rubriek materiaal)

Door museumbezoek werd mijn aandacht steeds meer getrokken door de schilders van de Romantische School. Het werk van de schilders, B.C. Koekkoek, A. Schelfhout, F.M. Kruseman, L.J. Kleijn, W. Bodeman, vond ik prachtig waarbij voor mij Barend Koekkoek de absolute topper was en nog steeds is.

Omdat ik voor de politie had gekozen, bleef voor het schilderen uitsluitend de vrije tijd over. Vanaf de 40 urige  werkweek ging het naar de 38 urige en daarna naar de 36 urige werkweek. Ik kreeg steeds meer vrije tijd en je zou kunnen denken dat ik steeds meer zou gaan schilderen. Helaas, mijn oeuvre groeit langzaam maar gestaag. Niet van ieder schilderij wat ik gemaakt heb, heb ik een foto gemaakt. Hetgeen te zien is in de galerie is slechts een klein gedeelte van mijn schilderijen.

Tot mijn vertrek bij de politie ben ik werkzaam geweest bij het bureau commerciële zedenzaken van de politie Twente als prostitutiecontroleur. De doelstelling van dit werk is het bestrijden van mensenhandel/vrouwenhandel en het weren van minderjarigen in de prostitutie. Ik heb zeer goede herinneringen hieraan en ik denk er met gepaste trots en dankbaarheid aan terug.

Prostitutiecontroleur/Schilder. Tijdens mijn politieloopbaan heb ik even gedacht dat ik de harde werkelijkheid kon ontvluchten door te gaan schilderen en mijn eigen wereldje te creëren. Een wereld zonder rottigheid, platgetrapte colablikjes, weggewaaide plastic boodschappentassen van de Edah, enzovoort. Dit is dan ook de reden dat ik de omgeving in mijn schilderijen idealiseer en ik zelfs de mens in mijn schilderijen bijna niet weergeef. Een realist moest ik zijn in mijn werk als politieman maar als schilder ben ik naast realist een dromer en hoop dat laatste altijd te blijven en verwijs daarbij naar de song van John Lennon "Imagine".